Fri 20-02-2004 : klara (radio), Elke Van Campenhout

Heine Avdal kennen we ook al van het werk van Meg Stuart, o.a. Highway 101, en je ziet ook een paar gelijkaardige bekommernissen terugkeren in zijn werk. Hij heeft het hier ook over perceptie en over de verhouding tussen publiek en performer ; je hebt bijvoorbeeld de eerste scène waarbij een camera gericht wordt op het publiek, en je hebt de soundscape die heel lang duurt, je begrijpt niet waarom je naar jezelf zit te kijken, tot uiteindelijk blijkt dat Heine in het publiek zit.
Hij begint heel subtiel te bewegen en het duurt dus even voor je ziet dat er iemand in dat publiek rare bewegingen aan het maken is en voor je begrijpt dat je eigenlijk al midden in de voorstelling zit. Het is heel subtiel en die subtiliteit houdt hij ook door heel de voorstelling vast.

Terminal heet de voorstelling en eigenlijk toont hij het lichaam als een neurologisch systeem waar informatie binnenkomt en buitengaat ; hij toont hoe het lichaam dat verwerkt en hoe die informatie soms strop loopt. Wat gebeurt er op het moment dat hij begint te bewegen ? Hij stapt het podium op en loopt naar de camera toe, waardoor hij het zicht van het publiek afblokt. Je ziet dan een grootopname van zijn hand op z'n hemd. Die hand probeert op één of andere manier in zijn lichaam te geraken, maar dat lukt maar niet. Een tweede hand komt in beeld die probeert te communiceren, maar die trilt en zich terugtrekt ; het contact lukt niet.
Je ziet dus eigenlijk een performer die met zijn rug naar je toe staat en je kijkt naar het videobeeld van die twee handen. Op een bepaald moment komt een hand op de rug die je dan alleen live ziet in niet in het videobeeld. Die zijn eigenlijk constant aan het dialogeren. Ja, voorkant-achterkant, beeld en realiteit. Wat heeft dat dan te maken met die informatie die binnenkomt en buitengaat ? Dat zit o.a. in de soundscape. Die is gemaakt van onderbrekingen of ruis bij systeemfouten. Geen alarmgeluiden, maar een klik die in een constant weerkerende loop is gezet. Je ziet ook een lift met Avdal ; die liftbeweging komt voortdurend terug, de figuur verplaatst zich soms, je ziet soms alleen zijn voeten of je ziet dat hij is gaan liggen. Maar eigenlijk merk je dat pas na verloop van tijd : dat je niet in een constante loop zit, maar in een voortdurend evoluerende beeldenreeks.
Daar gaat het eigenlijk ook over in relatie tot het publiek. Er komt voortdurend informatie binnen en je verwerkt die en die informatie wordt dan door je perceptie opnieuw in vraag gesteld en dan begin je je af te vragen : ja, hoe kijk ik nu eigenlijk. Je ziet als publiek achteraan een reeks foto's hangen, maar die hangen veel te ver om ze te kunnen bekijken. Op een bepaald moment loopt hij naar die foto's toe, je krijgt op het videobeeld een bewegend beeld dat toont dat je naar de achterwand loopt. Je denkt dat hij een videocamera op zijn lichaam heeft, tot je ziet dat hij zich plots omdraait en terugkeert, terwijl de beeldenreeks gewoon verderloopt ; het is dus een vooropname en geen livesituatie. Het is leuk op zich : het gaat over visueel bedrog, over je hersenen die te vlug gaan interpreteren en die dan ontdekken dat ze fout interpreteren.
Het systeem wordt op die manier ontregeld en als publiek zit je dan te kijken naar verkeerde reflexen... maar gaat het veel verder dan dat ? Ja, het gaat veel verder dan dat. Je wordt er echt in meegesleept.

Hij brengt op één of andere manier een verbinding tot stand tussen dat neurologische denken en een ongelooflijke intimiteit die wordt getoond, in die kwetsbaarheid van die handen bijvoorbeeld. Er zit ook een heel mooie sequentie in met een opname van een oog, meer dan levensgroot geprojecteerd. Je ziet het vocht in dat oog, je ziet de kleine adertjes, je ziet dan ook een bewegende arm in het oog... en dat is een heel mooie manier om te zeggen : beweging zit eigenlijk in jouw perceptie, in hoe je het ervaart... Vervolgens zie je een oog in het oog en dan zie je de veellagigheid van de perceptie, van de blik. Maar vooral zie je het meest kwetsbare lichaamsdeel van zo dichtbij en zo direct in je ervaring ; dat is dan heel ontroerend en heel dubbel tegelijk, je ervaart dan toch iets dat veel verder gaat dan het concept van dat neurologisch systeem.

Elke Van Campenhout

<<<